Van beleid naar uitvoering
In het Omgevingsprogramma worden ambities en ruimtelijke keuzes uit de omgevingsvisie vertaald in concrete doelen. Een programma bevat maatregelen voor bescherming, beheer, gebruik en ontwikkeling van de leefomgeving. Ook wordt aangegeven welke middelen nodig zijn om het doel te behalen.
Programma’s zijn gebiedsgericht en/of thematisch en kunnen ook gebundeld worden als dat voordelen biedt. Het werken met programma’s is op zich niet nieuw. Deze werkwijze passen we bijvoorbeeld al toe in de Uitvoeringsprogramma’s Energie en Best Mobiel. Kenmerkend hiervoor is dat we gedurende meerdere jaren samen met inwoners en partners werken aan opgaven die samenkomen op een thema of gebied. Bij het opstellen van een programma heeft de gemeente de regie. Op basis van de Omgevingsvisie gaan we voor de volgende gebieden en thema’s programma’s maken:
- Programma Vitale Wijken.
- Programma stations- en centrumgebied.
- In 2021 heeft de gemeente de Bedrijventerreinenvisie vastgesteld, dit wordt aangemerkt als een programma.
- Programma Buitengebied in balans.
- Programma biodiversiteit
- Programma Energietransitie.
- Uitvoeringsprogramma Lucht.
Al deze programma’s worden binnen drie jaar na vaststelling van de Omgevingsvisie opgesteld of omgevormd tot programma’s die vallen onder de Omgevingswet. Elk programma wordt periodiek gemonitord om te kunnen bepalen of de doelen tijdig worden behaald. Naast deze programma’s houden we het bestaande beleid tegen het licht om te kijken of het als programma onder de Omgevingsvisie past. Bestaande beleidsvisies en -stukken blijven voorlopig van kracht.
Omgevingsprogramma
Omgevingsplan
De laatste stap in de beleidscyclus is de omgevingsvergunning. Als die is verleend, kunnen plannen voor de leefomgeving tot uitvoering worden gebracht. Nu bepaalt de Rijksoverheid voor welke activiteiten een vergunningsplicht geldt. De nieuwe Omgevingswet geeft de gemeente op dit gebied meer ruimte voor eigen afwegingen.
Omgevingsvergunning
Het derde instrument van de Omgevingswet is het Omgevingsplan. Het is de opvolger van wat we nu kennen als bestemmingsplannen, beheers- en gemeentelijke verordeningen en bevat alle regels over de leefomgeving die de gemeente stelt. Regels die bindend zijn voor inwoners, ondernemers en initiatiefnemers. Het omgevingsplan geeft invulling aan de maatschappelijke opgaven uit de gemeentelijke omgevingsvisie, binnen de kaders van de Omgevingswet. Het Omgevingsplan zorgt voor balans tussen de functies van locaties in een gebied en stelt regels aan activiteiten.
Met de Omgevingsvisie hebben we samen een koers uitgezet. Ons zelf als gemeente, inwoners en partners dagen we uit om er uitvoering aan te geven. Er liggen kansen, opgaven en uitdagingen die we aan moeten gaan om te komen tot het Best zoals we dat voor 2040 voor ogen hebben.
Onze basishouding is dat wij inwoners, ondernemers en organisaties ruimte willen geven om initiatief te tonen en verantwoordelijkheid te nemen voor de ruimtelijke ontwikkeling van onze gemeente. Onze rol als gemeente richt zich vooral op het mogelijk maken van samenwerking die zich richt op het oplossen van maatschappelijke problemen. Soms is die faciliterende rol niet voldoende en nemen we meer regie.
Uitvoering
De wereld staat niet stil. Maatschappelijke ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Dat maakt het uitdagend om ruimtelijk beleid voor de lange termijn te ontwikkelen. De gemeente ziet deze Omgevingsvisie dan ook als een levend document dat we periodiek aanpassen als ontwikkelingen of omstandigheden daarom vragen. Dit gebeurt in samenspraak met de samenleving en na vaststelling door de gemeenteraad. Monitoring en evaluatie houden ons hierin scherp.
De Omgevingsvisie is het fundament van de nieuwe Omgevingswet. Nadat de Omgevingsvisie is vastgesteld door de gemeenteraad, kan de volgende stap worden gezet. Naast de Omgevingsvisie telt de Omgevingswet drie andere beleidsinstrumenten: Programma, Omgevingsplan en Omgevingsvergunning. Samen vormen zij de logische cyclus van beleidsontwikkeling, beleidsdoorwerking, uitvoering en terugkoppeling.
Uitvoering
Met de Omgevingsvisie hebben we samen een koers uitgezet. Ons zelf als gemeente, inwoners en partners dagen we uit om er uitvoering aan te geven. Er liggen kansen, opgaven en uitdagingen die we aan moeten gaan om te komen tot het Best zoals we dat voor 2040 voor ogen hebben.
Onze basishouding is dat wij inwoners, ondernemers en organisaties ruimte willen geven om initiatief te tonen en verantwoordelijkheid te nemen voor de ruimtelijke ontwikkeling van onze gemeente. Onze rol als gemeente richt zich vooral op het mogelijk maken van samenwerking die zich richt op het oplossen van maatschappelijke problemen. Soms is die faciliterende rol niet voldoende en nemen we meer regie.
Van beleid naar uitvoering
De wereld staat niet stil. Maatschappelijke ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Dat maakt het uitdagend om ruimtelijk beleid voor de lange termijn te ontwikkelen. De gemeente ziet deze Omgevingsvisie dan ook als een levend document dat we periodiek aanpassen als ontwikkelingen of omstandigheden daarom vragen. Dit gebeurt in samenspraak met de samenleving en na vaststelling door de gemeenteraad. Monitoring en evaluatie houden ons hierin scherp.
De Omgevingsvisie is het fundament van de nieuwe Omgevingswet. Nadat de Omgevingsvisie is vastgesteld door de gemeenteraad, kan de volgende stap worden gezet. Naast de Omgevingsvisie telt de Omgevingswet drie andere beleidsinstrumenten: Programma, Omgevingsplan en Omgevingsvergunning. Samen vormen zij de logische cyclus van beleidsontwikkeling, beleidsdoorwerking, uitvoering en terugkoppeling.
Omgevingsprogramma
In het Omgevingsprogramma worden ambities en ruimtelijke keuzes uit de omgevingsvisie vertaald in concrete doelen. Een programma bevat maatregelen voor bescherming, beheer, gebruik en ontwikkeling van de leefomgeving. Ook wordt aangegeven welke middelen nodig zijn om het doel te behalen.
Programma’s zijn gebiedsgericht en/of thematisch en kunnen ook gebundeld worden als dat voordelen biedt. Het werken met programma’s is op zich niet nieuw. Deze werkwijze passen we bijvoorbeeld al toe in de Uitvoeringsprogramma’s Energie en Best Mobiel. Kenmerkend hiervoor is dat we gedurende meerdere jaren samen met inwoners en partners werken aan opgaven die samenkomen op een thema of gebied. Bij het opstellen van een programma heeft de gemeente de regie. Op basis van de Omgevingsvisie gaan we voor de volgende gebieden en thema’s programma’s maken:
- Programma Vitale Wijken.
- Programma stations- en centrumgebied.
- In 2021 heeft de gemeente de Bedrijventerreinenvisie vastgesteld, dit wordt aangemerkt als een programma.
- Programma Buitengebied in balans.
- Programma biodiversiteit
- Programma Energietransitie.
- Uitvoeringsprogramma Lucht.
Al deze programma’s worden binnen drie jaar na vaststelling van de Omgevingsvisie opgesteld of omgevormd tot programma’s die vallen onder de Omgevingswet. Elk programma wordt periodiek gemonitord om te kunnen bepalen of de doelen tijdig worden behaald. Naast deze programma’s houden we het bestaande beleid tegen het licht om te kijken of het als programma onder de Omgevingsvisie past. Bestaande beleidsvisies en -stukken blijven voorlopig van kracht.
Omgevingsplan
Het derde instrument van de Omgevingswet is het Omgevingsplan. Het is de opvolger van wat we nu kennen als bestemmingsplannen, beheers- en gemeentelijke verordeningen en bevat alle regels over de leefomgeving die de gemeente stelt. Regels die bindend zijn voor inwoners, ondernemers en initiatiefnemers. Het omgevingsplan geeft invulling aan de maatschappelijke opgaven uit de gemeentelijke omgevingsvisie, binnen de kaders van de Omgevingswet. Het Omgevingsplan zorgt voor balans tussen de functies van locaties in een gebied en stelt regels aan activiteiten.
Omgevingsvergunning
De laatste stap in de beleidscyclus is de omgevingsvergunning. Als die is verleend, kunnen plannen voor de leefomgeving tot uitvoering worden gebracht. Nu bepaalt de Rijksoverheid voor welke activiteiten een vergunningsplicht geldt. De nieuwe Omgevingswet geeft de gemeente op dit gebied meer ruimte voor eigen afwegingen.