Gebiedsopgaven

klik op het
gebied waar je
meer over wilt
weten

Het resultaat van fasen 2 - 3 (doen- en durffase):  drie kernopgaven waar de gemeente de komende twintig jaar voor gaat. Iedere opgave heeft ambities in zich. En bij iedere kernopgave horen keuzes: wat wil je wel, wat niet, en hoe wil je het. Bij elkaar vormt dit een integrale aanpak die de ontwikkeling van de leefomgeving van gemeente Best beschrijft.

Op basis van die aanpak onderscheiden we vijf gebieden. Elk met hun eigen kwaliteiten en uitdagingen. Per gebied bekijken we de plannen, ambities en keuzes die voortkomen uit de drie kernopgaven.

Gebiedskaders

  • We werken toe naar een brede mix van functies (wonen, werken, ondernemen, recreëren) in het stations- en centrumgebied.
  • We richten de stationsomgeving in als ‘multimodale hub’, waar vooral fietsverkeer en openbaar vervoer samenkomen. Door compact en in de hoogte te bouwen, kunnen we extra woon- en werkruimte in dit gebied realiseren. Daar is veel vraag naar.
  • Van het centrum maken we een gevarieerd ‘kleinstedelijk’ gebied met voorzieningen en ruimte voor wonen en werken.
  • Het soort woningen dat we hier bouwen moet vooral aansluiten bij de wensen en behoeften van een- en tweepersoonshuishoudens en starters.
  • Cultuurhistorische en waardevolle bebouwing beschermen en benadrukken we bij nieuwe ontwikkelingen.
  • In het stationsgebied krijgen bedrijven met kenniswerkers de ruimte. Zij vestigen zich daar graag vanwege de goede bereikbaarheid en de (toekomstige) mogelijkheid om dichtbij te wonen.
  • Bij (her)inrichting van de openbare ruimte hebben we volop aandacht voor vergroening en ruimte om te verblijven en ontmoeten.
  • De opkomst van elektrische auto’s ondersteunen we door te bouwen aan een degelijk netwerk van laadpalen.
  • Experimenten met alternatieve vervoerswijzen, zoals het delen van auto’s of fietsen, krijgen de ruimte.
  • We ondersteunen de organisatie van evenementen in dit gebied.

In het stations- en centrumgebied komt de historische lintbebouwing samen met wat gebouwd werd na de oorlog. Dankzij het treinstation en de ligging aan de A2 en A58 heeft Best een goede verbinding met de grote Brabantse steden. Dat is echt een kracht van onze gemeente. We zien echter dat de omgeving van het station kansen biedt die nog niet benut worden. Zo zijn er bijvoorbeeld veel parkeerplaatsen die niet of weinig worden gebruikt. De inrichting van het stationsplein mist sfeer en uitstraling en dat maakt het tot een minder aantrekkelijke plek om te zijn. Door woon- en werkruimte te creëren en een impuls te geven aan de openbare ruimte, kan dit verbeterd worden.

De Hoofdstraat verbindt het stationsgebied met het centrum. Horeca, winkels en maatschappelijke organisaties rondom de uitloper van de Hoofdstraat vormen het kloppend hart van Best. Er liggen verborgen parels zoals de Koetshuistuin en de kwaliteit van de openbare ruimte is goed. In en rondom het centrum zien we mogelijkheden om extra woon- en werkruimte te ontwikkelen. Daarmee komen we tegemoet aan de groeiende vraag naar woningen voor kleine huishoudens dicht bij voorzieningen en openbaar vervoer. Als er meer mensen wonen en werken in het centrumgebied, dan is dat ook goed voor het in stand houden van voorzieningen zoals winkels en horeca.

In het stationsgebied kiezen we voor compacte en hogere bebouwing. In het omliggende centrumgebied voor een mix van zogenaamde kleinstedelijke bouw, met voldoende ruimte voor wonen, werken, ondernemen en recreëren. Het centrum is een van de vier gebieden waar we plaats bieden aan (culturele) activiteiten en evenementen. Dat past goed bij het gebied en zorgt voor levendigheid en verbinding tussen inwoners en bezoekers.

Gebiedskaders

  • Bestaande woonwijken krijgen een kwaliteitsimpuls. De nadruk ligt op wijken die tussen 1960 en 1990 zijn gebouwd, zoals Naastenbest, Wilhelminadorp, Kantonier, Speelheide, Hoge Akker, De Leeuwerik en Salderes.
  • Woningen worden verduurzaamd, passend bij wat de energietransitie vraagt. We houden daarbij rekening met de financiële draagkracht van bewoners.
  • Bij de (her)inrichting van de openbare ruimte houden we rekening met de gevolgen van klimaatverandering zoals droogte, hitte en zware regenval. De openbare ruimte moet levensloopbestendig zijn, met volop ruimte voor ontmoeting, sport en spel. We willen gezond gedrag onder inwoners stimuleren.
  • De zogenaamde hoofd- en wijkgroenstructuur wordt versterkt en uitgebreid, wat ten goede komt aan de biodiversiteit (winst voor de natuur) en de beleving (winst voor de wijkbewoners).
  • Dorpsuitbreiding komt zoals gepland tot stand op de locaties Steegsche Velden en Aarlesche Erven.
  • Aarlesche Erven krijgt een wijkcentrum met voorzieningen voor dagelijkse boodschappen.
  • De woningbouw in Steegsche Velden en Aarlesche Erven past zowel bij het dorpse karakter van Best als bij de (regionale) vraag naar ‘groenstedelijk’ wonen.
  • De gebundelde voorzieningen in Heivelden en Wilhelminaplein blijven bestaan. Hier kunnen eventueel voorzieningen van deze tijd bij komen zoals pick-up-points.
  • Waardevolle bebouwing in wijken als Batadorp en historische lintbebouwing beschermen en benadrukken we bij nieuwe ontwikkelingen.
  • Bij herstructurering, transformatie of inpassing binnen bestaande woonwijken, bieden we ruimte aan nieuwe woonvormen en -typen. Deze zijn bedoeld voor doorstroming en moeten goed passen bij de opzet en omvang van de wijk.
  • Er is volop ruimte voor initiatieven uit de wijk.
  • Fietsers en wandelaars bedienen we met goede routes tussen wijken en bedrijfslocaties in Best en richting de gemeenten om Best heen.
  • We onderzoeken of het mogelijk is om snelfietsroutes aan te leggen tussen Best en Eindhoven, Tilburg en ‘s-Hertogenbosch.
  • De opkomst van elektrische auto’s ondersteunen we door te bouwen aan een degelijk netwerk van laadpalen.
  • We ondersteunen de organisatie van evenementen in en om het Wilhelminaplein.

Rondom het centrum van Best liggen onze aantrekkelijke groene en dorpse woonwijken. Ze zijn uiteenlopend van opzet en gebouwd in verschillende periodes, maar hebben ook overeenkomsten. De wijken in Best zijn planmatig gebouwd vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw. Ze zijn ruim en goed bereikbaar. Waar je in ons dorp ook woont, de natuur en de stadse voorzieningen zijn altijd dichtbij. In en om de wijken is veel groen, van kleine groenstroken en perken om de hoek tot grotere parken en groene ‘structuren’ die buurten en wijken verbinden. De meeste huizen zijn grondgebonden; er zijn dus weinig appartementen.

Binnen die bestaande wijkstructuren liggen grote uitdagingen voor ons op het gebied van verduurzaming, het veranderende klimaat, behoefte aan een hoogwaardig woningaanbod voor uiteenlopende doelgroepen, sociale vraagstukken, gezondheid en veiligheid. We kiezen ervoor om per wijk, gebiedsgericht aan de slag te gaan met oplossingen die een koppeling maken tussen maatschappelijke en ruimtelijke uitdagingen. We verwachten op deze manier slim te kunnen investeren. Inwoners krijgen de kans om actief mee te denken.

Bestaande woningen worden duurzamer en daarmee toekomstbestendig gemaakt. Als we nieuwe woningen bouwen of gebieden herontwikkelen, maken we ruimte voor nieuwe woonvormen waar veel behoefte aan is. Denk bijvoorbeeld aan studio’s voor starters en kleine huishoudens en woningen waar senioren lang zelfstandig kunnen blijven wonen, ook als zij in de toekomst zorg nodig hebben.

We zorgen voor een leefomgeving die uitnodigt tot bewegen, spelen, sporten en ontmoeting en richten deze ‘klimaatadaptief’ in. Dat betekent dat de omgeving beter bestand is tegen wateroverlast, droogte en hitte. Voorzieningen voor bijvoorbeeld dagelijkse boodschappen moeten minimaal op het bestaande niveau blijven in de wijkcentra.

Gebiedskaders

  • We maken ruimte voor het opvangen van water en planten bomen en struiken die droogte goed verdragen en water kunnen vasthouden. Zo spelen we in op verdroging van hogere gelegen zandgronden.
  • We ondersteunen meer variatie in activiteiten in het agrarisch gebied.
  • We zetten het populierenlandschap - bekend van de vroegere klompenindustrie - als productielandschap opnieuw op de kaart.
  • Door inrichting en beheer van het buitengebied beter af te stemmen op de natuur, vergroten we de biodiversiteit.
  • We werken aan een goed, met elkaar verbonden netwerk voor recreatie in de openlucht.
  • Agrarische ondernemers ondersteunen en stimuleren we in de omschakeling naar kringlooplandbouw.
  • We beschermen historisch waardevolle ruimtelijke structuren, bebouwing en landschappen.
  • Bosgebieden ondergaan een verandering naar klimaatbestendige bossen met een hogere ecologische waarde en meer biodiversiteit.
  • We vergroten van de buffercapaciteit van de beekdalen.
  • We verlagen de stikstofuitstoot in de natuurgebieden.
  • We kijken naar het kleinschalig opwekken van zonne-energie. Dit moet passen in het landschap en binnen de Visie Duurzame Energie Opwek Buitengebied.
  • We ondersteunen de organisatie van evenementen rondom natuurpoort de Vleut en op Aquabest, waarbij op Aquabest plaats is voor grootschalige, bovenlokale evenementen.

Best heeft een veelzijdig en aantrekkelijk buitengebied met heide, bos, weilanden en vennen. Van de Aarlesche Heide, de Nieuwe Heide, de Pailjaart, de Scheeken en de Mortelen tot agrarisch gebied met historische landschapsstructuren en recreatiegebieden de Vleut en Aquabest. We noemen het buitengebied ook wel ‘de tuin van Best’, waar het fijn verblijven en recreëren is. Het gebied vormt het leefklimaat van flora en fauna, maar er wordt ook gewoond en gewerkt. Vooral de agrarische en recreatieve sector zijn in het buitengebied sterk vertegenwoordigd. Het buitengebied van onze gemeente is een dynamisch geheel waarin sprake moet zijn van balans tussen het landschap en zijn bewoners en gebruikers.

Dynamiek betekent ook verandering en als reactie daarop veerkrachtig zijn. De samenleving verandert en het buitengebied beweegt mee. Voorop staat dat het landschap, de natuurwaarden, de bodem en waterhuishouding bepalend zijn voor ontwikkelingen in het gebied. Binnen die kaders staan we open voor ontwikkelingen die we samen met initiatiefnemers en betrokken partijen kunnen realiseren. Tegelijk stellen we eisen: ontwikkeling moet gepaard gaan met behoud en versterking van de omgevingskwaliteit. Voor wat, hoort wat.

We willen graag dat de landbouw circulair en natuurinclusief wordt. We ondersteunen (her)ontwikkelingen zoals het realiseren van zorgboerderijen en recreatieve accommodaties en evenementen in de daarvoor bestemde gebieden. Ook kijken we naar mogelijkheden voor het opwekken van duurzame energie, passend binnen de voor het buitengebied geldende visie en kaders.

Het kenmerkende populierenlandschap zetten we opnieuw op de kaart. Ruimtelijke structuren, bebouwing en landschap met historische waarde worden beschermd en bieden uitgangspunten voor verdere ruimtelijke ontwikkeling.

Gebiedskaders

  • We verbeteren de kwaliteit van de openbare ruimte. Deze moet schoon, heel en veilig zijn. Het toevoegen van groen krijgt extra aandacht en we kijken naar mogelijkheden om water op te vangen.
  • We maken de bedrijventerreinen beter bereikbaar en daarmee aantrekkelijker voor fietsers en geven ruimte aan experimenten met innovatieve en nieuwe concepten voor mobiliteit (zoals het delen van vervoersmiddelen). Bij de Provincie en het Rijk maken we ons sterk voor betere bereikbaarheid van de bedrijventerreinen met het openbaar vervoer.
  • We onderzoeken of het mogelijk is om snelfietsroutes aan te leggen tussen Best en Eindhoven, Tilburg en ‘s-Hertogenbosch.
  • We maken de gebouwen duurzamer.
  • We zetten in op meer samenwerking tussen, op en rond werklocaties en stimuleren het uitwisselen van kennis.
  • We willen de dakoppervlakken van kantoorpanden en industriële gebouwen optimaal benutten voor het opwekken van duurzame (zonne)energie en klimaatadaptatie (bijvoorbeeld het opvangen en tijdelijk opslaan van hemelwater op groene daken).
  • Mogelijke restwarmte van bedrijfsprocessen willen we benutten voor de warmtetransitie.
  • We kijken naar mogelijkheden om van de Batafabrieken en hun omgeving een creatieve hotspot en ontmoetingsplek te maken.
  • We zorgen voor voldoende ruimte tussen plaatsen waar industriële activiteiten zijn en woongebieden.

Best kent drie bedrijventerreinen: ’t Zand, Heide en Breeven. Deze liggen geclusterd aan de zuidrand van de gemeente, vlakbij de snelwegen A2 en A58. Op de bedrijventerreinen zijn enkele grote (inter)nationale bedrijven en een behoorlijke hoeveelheid midden- en kleinbedrijven gevestigd. Industrie, logistiek en groothandel zijn de belangrijkste bedrijfstakken.

Bij de (her)ontwikkeling van de Bestse bedrijventerreinen zetten we in op vernieuwing en innovatie. Op alle drie de terreinen zien we kansen om de inrichting aantrekkelijker en groener te maken. We willen ook dat de bedrijventerreinen gezond en veilig zijn en een functie hebben om de effecten van klimaatverandering op te vangen. Dat komt de (verblijfs)kwaliteit ten goede.

Onze bedrijventerreinen spelen een belangrijke rol in de energietransitie als geschikte plek om in de toekomst energie op te wekken en op te slaan.

Elk gebied heeft een eigen profiel en we kiezen ervoor om gebiedsgericht te werk te gaan bij de (her)ontwikkeling. Zo zien we bijvoorbeeld rondom de Batafabrieken mogelijkheden om het gebied te profileren als creatieve hotspot en ontmoetingsplek.

Gebiedskaders


  • We versterken recreatieve wandelroutes en benutten daarbij gebouwde en ongebouwde kansen
  • We kijken naar de natuurontwikkeling treffen waar mogelijk maatregelen om de biodiversiteit te vergroten.
  • Rondom knooppunt Batadorp zien we mogelijkheden voor grootschalige opwek van duurzame energie
  • In dit gebied gaan we uit van drie stedenbouwkundige schaalniveaus:
  • De representatieve rode ladder, waarbij we de hoogte (en niet de breedte) ingaan met torens langs de snelwegen.
  • De stedelijke villa-achtige bebouwing van 3 tot 4 bouwlagen langs de Eindhovenseweg-Zuid/Boschdijk.
  • Het gebied met vrijstaande villa’s van 1 tot 2 bouwlagen in het bos.
  • We versterken het bosachtige, groene karakter.


De zuidrand van Best grenst aan het gebied waar belangrijke wegen aan de noord-westkant van het Stedelijk Gebied Eindhoven liggen. Je hebt er de Randweg rond Eindhoven, de A2, de A58 en het landelijk bekende knooppunt Batadorp. Ook loopt hier van noord naar zuid de spoorlijn en de Eindhovenseweg-Zuid - de belangrijkste rechtstreekse verbinding tussen Eindhoven (Woensel) en Best.

Het oorspronkelijke heidegebied is in de afgelopen 100 jaar, met de komst van kanalen, grotendeels ingevuld met de functies bedrijventerrein, wonen en bossen voor (oorspronkelijk) houtproductie. In villawijk Koekoeksbos komt wonen samen met het kenmerkende boslandschap. Tussen de Nieuwe Heide en de Oirschotse Heide vind je nog veel van het oorspronkelijke water en groen. Het gebied is de entree voor wie vanuit Amsterdam, Utrecht of ‘s-Hertogenbosch richting Eindhoven gaat.

De gemeente wil meer structuur aanbrengen in het gebied. Ten zuiden van de kern van Best moet een kwalitatief hoogwaardig gebied ontstaan dat zorgt voor meer beleving. Stedelijke ontwikkelingen (zogenaamde ‘rode knopen’) zijn hier mogelijk zolang deze een grote bijdrage leveren aan de kwaliteit van de ‘groene mantel’ die het gebied is. Het is belangrijk is dat ontwikkelingen niet botsen met het gewenste toekomstbeeld uit de regionale visie ‘De geniale Brainportlocatie’. De aanpak moet dan ook integraal zijn, want veel hangt met elkaar samen.

Dicht bij de hoofdwegen van onze regio is het vanwege de gunstige ligging aantrekkelijk om te bouwen. De vraag naar woningen is er en mogelijkheden zijn er ook, maar bouwen op deze plek kan niet zomaar. Bouwen betekent ook dat tegelijk het bosachtige karakter versterkt en toekomstbestendig gemaakt moet worden. Eventueel ter compensatie op een andere plek in de buurt. Ecologisch verantwoord en ‘klimaatadaptief’ bouwen is een must.

Hoe aantrekkelijk het ook is om te bouwen in de buurt van deze hoofdwegen, er zijn ook belemmeringen. Denk bijvoorbeeld aan milieu-eisen. Boven het gebied is een aanvliegzone richting Eindhoven Airport. Het is een uitdaging om een grote hoeveelheid woningen, passend bij de noordelijke entree van het Stedelijk Gebied Eindhoven, te bouwen en daarbij te zorgen voor voldoende parkeerplaatsen en de bereikbaarheid ervan. We streven naar afwisselende (kleine) torenbebouwing langs de snelweg.

Voor de Eindhovenseweg-Zuid voorzien we diverse bebouwing - van villa’s tot kleine appartementencomplexen - in een ruime, bosachtige setting.

Het resultaat van fasen 2 - 3 (doen- en durffase):  drie kernopgaven waar de gemeente de komende twintig jaar voor gaat. Iedere opgave heeft ambities in zich. En bij iedere kernopgave horen keuzes: wat wil je wel, wat niet, en hoe wil je het. Bij elkaar vormt dit een integrale aanpak die de ontwikkeling van de leefomgeving van gemeente Best beschrijft.

Op basis van die aanpak onderscheiden we vijf gebieden. Elk met hun eigen kwaliteiten en uitdagingen. Per gebied bekijken we de plannen, ambities en keuzes die voortkomen uit de drie kernopgaven.

Gebiedsopgaven

  • We werken toe naar een brede mix van functies (wonen, werken, ondernemen, recreëren) in het stations- en centrumgebied.
  • We richten de stationsomgeving in als ‘multimodale hub’, waar vooral fietsverkeer en openbaar vervoer samenkomen. Door compact en in de hoogte te bouwen, kunnen we extra woon- en werkruimte in dit gebied realiseren. Daar is veel vraag naar.
  • Van het centrum maken we een gevarieerd ‘kleinstedelijk’ gebied met voorzieningen en ruimte voor wonen en werken.
  • Het soort woningen dat we hier bouwen moet vooral aansluiten bij de wensen en behoeften van een- en tweepersoonshuishoudens en starters.
  • Cultuurhistorische en waardevolle bebouwing beschermen en benadrukken we bij nieuwe ontwikkelingen.
  • In het stationsgebied krijgen bedrijven met kenniswerkers de ruimte. Zij vestigen zich daar graag vanwege de goede bereikbaarheid en de (toekomstige) mogelijkheid om dichtbij te wonen.
  • Bij (her)inrichting van de openbare ruimte hebben we volop aandacht voor vergroening en ruimte om te verblijven en ontmoeten.
  • De opkomst van elektrische auto’s ondersteunen we door te bouwen aan een degelijk netwerk van laadpalen.
  • Experimenten met alternatieve vervoerswijzen, zoals het delen van auto’s of fietsen, krijgen de ruimte.
  • We ondersteunen de organisatie van evenementen in dit gebied.

Gebiedskaders

In het stations- en centrumgebied komt de historische lintbebouwing samen met wat gebouwd werd na de oorlog. Dankzij het treinstation en de ligging aan de A2 en A58 heeft Best een goede verbinding met de grote Brabantse steden. Dat is echt een kracht van onze gemeente. We zien echter dat de omgeving van het station kansen biedt die nog niet benut worden. Zo zijn er bijvoorbeeld veel parkeerplaatsen die niet of weinig worden gebruikt. De inrichting van het stationsplein mist sfeer en uitstraling en dat maakt het tot een minder aantrekkelijke plek om te zijn. Door woon- en werkruimte te creëren en een impuls te geven aan de openbare ruimte, kan dit verbeterd worden.

De Hoofdstraat verbindt het stationsgebied met het centrum. Horeca, winkels en maatschappelijke organisaties rondom de uitloper van de Hoofdstraat vormen het kloppend hart van Best. Er liggen verborgen parels zoals de Koetshuistuin en de kwaliteit van de openbare ruimte is goed. In en rondom het centrum zien we mogelijkheden om extra woon- en werkruimte te ontwikkelen. Daarmee komen we tegemoet aan de groeiende vraag naar woningen voor kleine huishoudens dicht bij voorzieningen en openbaar vervoer. Als er meer mensen wonen en werken in het centrumgebied, dan is dat ook goed voor het in stand houden van voorzieningen zoals winkels en horeca.

In het stationsgebied kiezen we voor compacte en hogere bebouwing. In het omliggende centrumgebied voor een mix van zogenaamde kleinstedelijke bouw, met voldoende ruimte voor wonen, werken, ondernemen en recreëren. Het centrum is een van de vier gebieden waar we plaats bieden aan (culturele) activiteiten en evenementen. Dat past goed bij het gebied en zorgt voor levendigheid en verbinding tussen inwoners en bezoekers.

Stations- en centrumgebied

  • Bestaande woonwijken krijgen een kwaliteitsimpuls. De nadruk ligt op wijken die tussen 1960 en 1990 zijn gebouwd, zoals Naastenbest, Wilhelminadorp, Kantonier, Speelheide, Hoge Akker, De Leeuwerik en Salderes.
  • Woningen worden verduurzaamd, passend bij wat de energietransitie vraagt. We houden daarbij rekening met de financiële draagkracht van bewoners.
  • Bij de (her)inrichting van de openbare ruimte houden we rekening met de gevolgen van klimaatverandering zoals droogte, hitte en zware regenval. De openbare ruimte moet levensloopbestendig zijn, met volop ruimte voor ontmoeting, sport en spel. We willen gezond gedrag onder inwoners stimuleren.
  • De zogenaamde hoofd- en wijkgroenstructuur wordt versterkt en uitgebreid, wat ten goede komt aan de biodiversiteit (winst voor de natuur) en de beleving (winst voor de wijkbewoners).
  • Dorpsuitbreiding komt zoals gepland tot stand op de locaties Steegsche Velden en Aarlesche Erven.
  • Aarlesche Erven krijgt een wijkcentrum met voorzieningen voor dagelijkse boodschappen.
  • De woningbouw in Steegsche Velden en Aarlesche Erven past zowel bij het dorpse karakter van Best als bij de (regionale) vraag naar ‘groenstedelijk’ wonen.
  • De gebundelde voorzieningen in Heivelden en Wilhelminaplein blijven bestaan. Hier kunnen eventueel voorzieningen van deze tijd bij komen zoals pick-up-points.
  • Waardevolle bebouwing in wijken als Batadorp en historische lintbebouwing beschermen en benadrukken we bij nieuwe ontwikkelingen.
  • Bij herstructurering, transformatie of inpassing binnen bestaande woonwijken, bieden we ruimte aan nieuwe woonvormen en -typen. Deze zijn bedoeld voor doorstroming en moeten goed passen bij de opzet en omvang van de wijk.
  • Er is volop ruimte voor initiatieven uit de wijk.
  • Fietsers en wandelaars bedienen we met goede routes tussen wijken en bedrijfslocaties in Best en richting de gemeenten om Best heen.
  • We onderzoeken of het mogelijk is om snelfietsroutes aan te leggen tussen Best en Eindhoven, Tilburg en ‘s-Hertogenbosch.
  • De opkomst van elektrische auto’s ondersteunen we door te bouwen aan een degelijk netwerk van laadpalen.
  • We ondersteunen de organisatie van evenementen in en om het Wilhelminaplein.

Gebiedskaders

Rondom het centrum van Best liggen onze aantrekkelijke groene en dorpse woonwijken. Ze zijn uiteenlopend van opzet en gebouwd in verschillende periodes, maar hebben ook overeenkomsten. De wijken in Best zijn planmatig gebouwd vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw. Ze zijn ruim en goed bereikbaar. Waar je in ons dorp ook woont, de natuur en de stadse voorzieningen zijn altijd dichtbij. In en om de wijken is veel groen, van kleine groenstroken en perken om de hoek tot grotere parken en groene ‘structuren’ die buurten en wijken verbinden. De meeste huizen zijn grondgebonden; er zijn dus weinig appartementen.

Binnen die bestaande wijkstructuren liggen grote uitdagingen voor ons op het gebied van verduurzaming, het veranderende klimaat, behoefte aan een hoogwaardig woningaanbod voor uiteenlopende doelgroepen, sociale vraagstukken, gezondheid en veiligheid. We kiezen ervoor om per wijk, gebiedsgericht aan de slag te gaan met oplossingen die een koppeling maken tussen maatschappelijke en ruimtelijke uitdagingen. We verwachten op deze manier slim te kunnen investeren. Inwoners krijgen de kans om actief mee te denken.

Bestaande woningen worden duurzamer en daarmee toekomstbestendig gemaakt. Als we nieuwe woningen bouwen of gebieden herontwikkelen, maken we ruimte voor nieuwe woonvormen waar veel behoefte aan is. Denk bijvoorbeeld aan studio’s voor starters en kleine huishoudens en woningen waar senioren lang zelfstandig kunnen blijven wonen, ook als zij in de toekomst zorg nodig hebben.

We zorgen voor een leefomgeving die uitnodigt tot bewegen, spelen, sporten en ontmoeting en richten deze ‘klimaatadaptief’ in. Dat betekent dat de omgeving beter bestand is tegen wateroverlast, droogte en hitte. Voorzieningen voor bijvoorbeeld dagelijkse boodschappen moeten minimaal op het bestaande niveau blijven in de wijkcentra.

Woonwijken

  • We maken ruimte voor het opvangen van water en planten bomen en struiken die droogte goed verdragen en water kunnen vasthouden. Zo spelen we in op verdroging van hogere gelegen zandgronden.
  • We ondersteunen meer variatie in activiteiten in het agrarisch gebied.
  • We zetten het populierenlandschap - bekend van de vroegere klompenindustrie - als productielandschap opnieuw op de kaart.
  • Door inrichting en beheer van het buitengebied beter af te stemmen op de natuur, vergroten we de biodiversiteit.
  • We werken aan een goed, met elkaar verbonden netwerk voor recreatie in de openlucht.
  • Agrarische ondernemers ondersteunen en stimuleren we in de omschakeling naar kringlooplandbouw.
  • We beschermen historisch waardevolle ruimtelijke structuren, bebouwing en landschappen.
  • Bosgebieden ondergaan een verandering naar klimaatbestendige bossen met een hogere ecologische waarde en meer biodiversiteit.
  • We vergroten van de buffercapaciteit van de beekdalen.
  • We verlagen de stikstofuitstoot in de natuurgebieden.
  • We kijken naar het kleinschalig opwekken van zonne-energie. Dit moet passen in het landschap en binnen de Visie Duurzame Energie Opwek Buitengebied.
  • We ondersteunen de organisatie van evenementen rondom natuurpoort de Vleut en op Aquabest, waarbij op Aquabest plaats is voor grootschalige, bovenlokale evenementen.

Gebiedskaders

Best heeft een veelzijdig en aantrekkelijk buitengebied met heide, bos, weilanden en vennen. Van de Aarlesche Heide, de Nieuwe Heide, de Pailjaart, de Scheeken en de Mortelen tot agrarisch gebied met historische landschapsstructuren en recreatiegebieden de Vleut en Aquabest. We noemen het buitengebied ook wel ‘de tuin van Best’, waar het fijn verblijven en recreëren is. Het gebied vormt het leefklimaat van flora en fauna, maar er wordt ook gewoond en gewerkt. Vooral de agrarische en recreatieve sector zijn in het buitengebied sterk vertegenwoordigd. Het buitengebied van onze gemeente is een dynamisch geheel waarin sprake moet zijn van balans tussen het landschap en zijn bewoners en gebruikers.

Dynamiek betekent ook verandering en als reactie daarop veerkrachtig zijn. De samenleving verandert en het buitengebied beweegt mee. Voorop staat dat het landschap, de natuurwaarden, de bodem en waterhuishouding bepalend zijn voor ontwikkelingen in het gebied. Binnen die kaders staan we open voor ontwikkelingen die we samen met initiatiefnemers en betrokken partijen kunnen realiseren. Tegelijk stellen we eisen: ontwikkeling moet gepaard gaan met behoud en versterking van de omgevingskwaliteit. Voor wat, hoort wat.

We willen graag dat de landbouw circulair en natuurinclusief wordt. We ondersteunen (her)ontwikkelingen zoals het realiseren van zorgboerderijen en recreatieve accommodaties en evenementen in de daarvoor bestemde gebieden. Ook kijken we naar mogelijkheden voor het opwekken van duurzame energie, passend binnen de voor het buitengebied geldende visie en kaders.

Het kenmerkende populierenlandschap zetten we opnieuw op de kaart. Ruimtelijke structuren, bebouwing en landschap met historische waarde worden beschermd en bieden uitgangspunten voor verdere ruimtelijke ontwikkeling.

Buitengebied (incl. bos- en heidegebieden)

  • We verbeteren de kwaliteit van de openbare ruimte. Deze moet schoon, heel en veilig zijn. Het toevoegen van groen krijgt extra aandacht en we kijken naar mogelijkheden om water op te vangen.
  • We maken de bedrijventerreinen beter bereikbaar en daarmee aantrekkelijker voor fietsers en geven ruimte aan experimenten met innovatieve en nieuwe concepten voor mobiliteit (zoals het delen van vervoersmiddelen). Bij de Provincie en het Rijk maken we ons sterk voor betere bereikbaarheid van de bedrijventerreinen met het openbaar vervoer.
  • We onderzoeken of het mogelijk is om snelfietsroutes aan te leggen tussen Best en Eindhoven, Tilburg en ‘s-Hertogenbosch.
  • We maken de gebouwen duurzamer.
  • We zetten in op meer samenwerking tussen, op en rond werklocaties en stimuleren het uitwisselen van kennis.
  • We willen de dakoppervlakken van kantoorpanden en industriële gebouwen optimaal benutten voor het opwekken van duurzame (zonne)energie en klimaatadaptatie (bijvoorbeeld het opvangen en tijdelijk opslaan van hemelwater op groene daken).
  • Mogelijke restwarmte van bedrijfsprocessen willen we benutten voor de warmtetransitie.
  • We kijken naar mogelijkheden om van de Batafabrieken en hun omgeving een creatieve hotspot en ontmoetingsplek te maken.
  • We zorgen voor voldoende ruimte tussen plaatsen waar industriële activiteiten zijn en woongebieden.

Gebiedskaders

Best kent drie bedrijventerreinen: ’t Zand, Heide en Breeven. Deze liggen geclusterd aan de zuidrand van de gemeente, vlakbij de snelwegen A2 en A58. Op de bedrijventerreinen zijn enkele grote (inter)nationale bedrijven en een behoorlijke hoeveelheid midden- en kleinbedrijven gevestigd. Industrie, logistiek en groothandel zijn de belangrijkste bedrijfstakken.

Bij de (her)ontwikkeling van de Bestse bedrijventerreinen zetten we in op vernieuwing en innovatie. Op alle drie de terreinen zien we kansen om de inrichting aantrekkelijker en groener te maken. We willen ook dat de bedrijventerreinen gezond en veilig zijn en een functie hebben om de effecten van klimaatverandering op te vangen. Dat komt de (verblijfs)kwaliteit ten goede.

Onze bedrijventerreinen spelen een belangrijke rol in de energietransitie als geschikte plek om in de toekomst energie op te wekken en op te slaan.

Elk gebied heeft een eigen profiel en we kiezen ervoor om gebiedsgericht te werk te gaan bij de (her)ontwikkeling. Zo zien we bijvoorbeeld rondom de Batafabrieken mogelijkheden om het gebied te profileren als creatieve hotspot en ontmoetingsplek.

Bedrijventerreinen


  • We versterken recreatieve wandelroutes en benutten daarbij gebouwde en ongebouwde kansen
  • We kijken naar de natuurontwikkeling treffen waar mogelijk maatregelen om de biodiversiteit te vergroten.
  • Rondom knooppunt Batadorp zien we mogelijkheden voor grootschalige opwek van duurzame energie
  • In dit gebied gaan we uit van drie stedenbouwkundige schaalniveaus:
  • De representatieve rode ladder, waarbij we de hoogte (en niet de breedte) ingaan met torens langs de snelwegen.
  • De stedelijke villa-achtige bebouwing van 3 tot 4 bouwlagen langs de Eindhovenseweg-Zuid/Boschdijk.
  • Het gebied met vrijstaande villa’s van 1 tot 2 bouwlagen in het bos.
  • We versterken het bosachtige, groene karakter.


Gebiedskaders

De zuidrand van Best grenst aan het gebied waar belangrijke wegen aan de noord-westkant van het Stedelijk Gebied Eindhoven liggen. Je hebt er de Randweg rond Eindhoven, de A2, de A58 en het landelijk bekende knooppunt Batadorp. Ook loopt hier van noord naar zuid de spoorlijn en de Eindhovenseweg-Zuid - de belangrijkste rechtstreekse verbinding tussen Eindhoven (Woensel) en Best.

Het oorspronkelijke heidegebied is in de afgelopen 100 jaar, met de komst van kanalen, grotendeels ingevuld met de functies bedrijventerrein, wonen en bossen voor (oorspronkelijk) houtproductie. In villawijk Koekoeksbos komt wonen samen met het kenmerkende boslandschap. Tussen de Nieuwe Heide en de Oirschotse Heide vind je nog veel van het oorspronkelijke water en groen. Het gebied is de entree voor wie vanuit Amsterdam, Utrecht of ‘s-Hertogenbosch richting Eindhoven gaat.

De gemeente wil meer structuur aanbrengen in het gebied. Ten zuiden van de kern van Best moet een kwalitatief hoogwaardig gebied ontstaan dat zorgt voor meer beleving. Stedelijke ontwikkelingen (zogenaamde ‘rode knopen’) zijn hier mogelijk zolang deze een grote bijdrage leveren aan de kwaliteit van de ‘groene mantel’ die het gebied is. Het is belangrijk is dat ontwikkelingen niet botsen met het gewenste toekomstbeeld uit de regionale visie ‘De geniale Brainportlocatie’. De aanpak moet dan ook integraal zijn, want veel hangt met elkaar samen.

Dicht bij de hoofdwegen van onze regio is het vanwege de gunstige ligging aantrekkelijk om te bouwen. De vraag naar woningen is er en mogelijkheden zijn er ook, maar bouwen op deze plek kan niet zomaar. Bouwen betekent ook dat tegelijk het bosachtige karakter versterkt en toekomstbestendig gemaakt moet worden. Eventueel ter compensatie op een andere plek in de buurt. Ecologisch verantwoord en ‘klimaatadaptief’ bouwen is een must.

Hoe aantrekkelijk het ook is om te bouwen in de buurt van deze hoofdwegen, er zijn ook belemmeringen. Denk bijvoorbeeld aan milieu-eisen. Boven het gebied is een aanvliegzone richting Eindhoven Airport. Het is een uitdaging om een grote hoeveelheid woningen, passend bij de noordelijke entree van het Stedelijk Gebied Eindhoven, te bouwen en daarbij te zorgen voor voldoende parkeerplaatsen en de bereikbaarheid ervan. We streven naar afwisselende (kleine) torenbebouwing langs de snelweg.

Voor de Eindhovenseweg-Zuid voorzien we diverse bebouwing - van villa’s tot kleine appartementencomplexen - in een ruime, bosachtige setting.

Best Zuidrand